Op grond van de AVG bestaat er voor ‘betrokkenen’ een recht op inzage en correctie als er gegevens over de betrokkene worden verwerkt. Dit recht geldt ook voor een verzekerde die inzage- en correctierecht wil hebben in het rapport dat is opgesteld door een verzekeringsarts van het UWV.
De verzekerde in een kwestie waarover het Tuchtcollege Amsterdam (ECLI:NL:TGZAMS:2023:202) moest oordelen deed een beroep op het inzage- en correctierecht, maar dat werd niet gehonoreerd door het UWV. In deze zaak heeft de verzekerde een Wajong-uitkering en wil graag voor zichzelf beginnen als jurist. Hij heeft hiervoor een startkrediet aangevraagd bij het UWV. Zijn aanvraag voor het startkrediet is afgewezen door het UWV, omdat verzekerde – kort gezegd – daartoe volgens de FML niet in staat zou zijn. Vervolgens heeft een verzekeringsarts B&B de beperkingen van de primaire verzekeringsarts onderschreven: de verzekerde zou te beperkt zijn in het persoonlijk en sociaal functioneren.
De verzekerde is het daar niet mee eens en vindt dat de verzekeringsarts B&B in het rapport onjuistheden heeft opgenomen en wil dat dit gecorrigeerd wordt. Dat heeft de verzekerde al tijdens het gesprek met de verzekeringsarts B&B aangegeven. De verzekeringsarts heeft dit geweigerd, omdat 'eerst een formeel besluit op het bezwaar' van verzekerde moet zijn genomen.
De verzekerde heeft vervolgens een tuchtklacht ingediend tegen de verzekeringsarts, omdat hij niet voordat de beslissing op bezwaar werd afgegeven van zijn inzage- en correctierecht gebruik heeft kunnen maken. De verzekeringsarts heeft het verzoek van de verzekerde - zo blijkt later - niet gehonoreerd omdat zij zich geïntimideerd en bedreigd voelde tijdens het spreekuur. Maar handelt de verzekeringsarts tuchtrechtelijk verwijtbaar door niet vooraf inzage- en correctierecht te geven aan de verzekerde?
Nee, aldus het Tuchtcollege Amsterdam:
“(…)
Ook als klager zich tijdens het spreekuur onbeleefd
of intimiderend heeft gedragen doet dit aan zijn recht op inzage en correctie niets af. Vanaf het moment dat klager uitsprak de rapportage in te willen zien, lag het op de weg van de verzekeringsarts om dit verzoek te honoreren (zie ook hierna 5.17).
Het college benadrukt overigens wel dat dit recht op correctie alleen een recht op het (laten) corrigeren van onjuistheden van feitelijke aard inhoudt (bijvoorbeeld een verkeerde datum of naam). Dit recht kan dus ook niet worden ingezet om, zoals klager blijkbaar wenst, ‘invloed uit te oefenen op de rapportage’.
(…)”
Dit klachtonderdeel is aldus gegrond, maar de verzekeringsarts komt er zonder maatregel vanaf, want – zo stelt het college – de verzekeringsarts heeft niet eerder een tuchtklacht gehad en heeft gereflecteerd op haar handelen en erkend dat zij ten aanzien van het verzoek om inzage
anders had moeten handelen.
Het kan in een voorkomend geval natuurlijk wel anders uitpakken. Hoe dan ook, houd er als verzekeringsarts en verzekerde rekening mee het inzage- en correctierecht ook in dit soort situaties van toepassing is. Bedenk: het gaat alleen om correctie van onjuistheden van feitelijke aard en is niet bedoeld om ‘invloed uit te oefenen op de rapportage’.